wat heeft Eigen Kracht te maken met schuim

Als wethouder van de gemeente Gennep, met zorg en welzijn in portefeuille, ben ik ervan overtuigd dat onze sociale infrastructuur zoveel mogelijk moet worden ingericht op basis van de eigen kracht van gezinnen, buurten, wijken en dorpen.
Dit betekent dat we het welzijnswerk en hulpverleners anders moeten vormgeven: niet van bovenaf opgelegd, niet als een soort van verkapte therapeut of maatje, maar als een ondersteuning van de zelfredzaamheid die al aanwezig is. Of dat nu in gezinnen, families of in wijken, dorpen of buurten is. De professionals die wij inzetten zijn passanten, ondersteunend waar nodig, maar de echte kracht ligt in de mensen zelf. De kern van wat we moeten organiseren zit in het versterken van het informele.

Deze visie is mede geïnspireerd door de ideeën van de Duitse filosoof Peter Sloterdijk, met name uit zijn werk Schuim (deel 2 van de trilogie Sferen), waarin hij de complexe en vaak fragiele sociale verbanden beschrijft. In Sloterdijks metafoor van schuim vormen individuele bubbels samen een complex geheel, waarbij iedere eenheid op zichzelf staat, maar tegelijkertijd deel uitmaakt van een groter netwerk. Dit geldt ook voor onze gemeente: iedere buurt, ieder gezin is een op zichzelf staande eenheid, maar het is de samenhang tussen deze eenheden die de kracht van onze gemeenschap vormt. En in de verscheidenheid en diversiteit van de bubbels ontstaat nog meer de samenhang van onze gemeenschap

Sloterdijks ‘Schuim’ als Metafoor voor de Gemeente

In Schuim beschrijft Sloterdijk hoe mensen leven in hun eigen sferen – bubbels – die met elkaar verbonden zijn, maar toch hun eigen autonomie behouden. Deze bubbelstructuur is een treffende metafoor voor hoe wij onze gemeente zouden kunnen organiseren. Elk gezin, elke buurt en elk dorp is een zelfstandige bubbel die binnen zijn eigen grenzen functioneert, maar toch deel uitmaakt van een groter geheel.

Sloterdijk stelt dat het leven in schuimstructuren ons laat zien hoe wij als individuen en groepen op onszelf kunnen staan, maar ook afhankelijk zijn van anderen om te overleven en te floreren. In de context van onze gemeente betekent dit dat we moeten vertrouwen op de eigen kracht van mensen, terwijl we tegelijkertijd zorgen voor verbinding en ondersteuning waar dat nodig is.

Welzijnswerk

Een belangrijke implicatie van deze visie is dat welzijnswerk in de gemeente daarop moet worden ingericht. Waar professionals vroeger als primaire krachten van verandering werden gezien, moeten zij nu de rol van begeleider en ondersteuner op zich nemen. Zij zijn passanten die helpen waar nodig, maar de blijvende kracht ligt bij de mensen zelf.

Dit vraagt om een verandering in hoe we welzijnswerk benaderen. De focus moet liggen op het versterken van de netwerken binnen gezinnen, groepen, buurten en dorpen. Dit sluit aan bij het idee van ‘Eigen Kracht’, waar niet de professional, maar de gemeenschap zelf de oplossing vindt voor problemen en uitdagingen.

De Toekomst: Autonomie en Samenwerking

In Sloterdijks visie over schuim is er altijd ruimte voor zowel autonomie als samenwerking. Dit is precies hoe wij onze gemeente moeten inrichten. Autonome inwoners, gezinnen en gemeenschappen die samenwerken waar nodig, ondersteund door een infrastructuur die gericht is op het versterken van deze samenwerking, zonder de autonomie van de individuele bubbels aan te tasten.

Deze kijk levert een alternatief op voor de traditionele, top-down benadering van gemeentelijke zorg en infrastructuur. Door de eigen kracht van gezinnen, buurten, wijken en dorpen centraal te stellen, bouwen we aan een duurzame, veerkrachtige gemeenschap waarin mensen zelf de verantwoordelijkheid nemen voor hun welzijn, met de gemeente en professionals als ondersteunende schakel.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *